Kunt u niet vinden wat u zoekt?
We zijn hier om te helpen Neem contact op
We beginnen met het middelste gedeelte, de girdle (of ook wel gordel), omdat het op deze manier gemakkelijker is om de anatomie van een diamant te begrijpen. De gordel is de buitenrand van een diamant. Het is dat dunne middelste gedeelte dat soms het minst merkbaar is op een diamant of edelsteen. Dit deel van een diamant heeft soms facetten maar kan ook glad zijn.
Laten we naar boven gaan. Het bovenste gedeelte van een diamant, boven de gordel, is de kroon. De kroon is echter geen gelijkmatig gedeelte. Dit deel van de diamant bestaat uit vier extra componenten: tafel, sterfacetten, bezelfacetten en bovenste gordelfacetten. De tafel het bovenste deel van de diamant die volledig vlak is. De tafel loopt evenwijdig aan de gordel maar maakt eigenlijk niet echt deel uit van de kroon.
De Ster-facetten staan direct naast de tafel. Ze hebben de belangrijke taak om het licht dat in de diamanten gaat te richten. De bezel facetten richten ook het licht. Wat hen bijzonder interessant maakt, is dat ze de vorm hebben van vliegers. Last but not least hebben we de Upper Girdle Facets. Zoals hun naam al doet vermoeden, liggen deze naast de gordel. Ze zijn ook de laagste facetten in de kroon.
Het paviljoen is het deel van de diamant onder de gordel. Dit deel heeft ook zijn eigen onderdelen. Het eerste onderdeel zijn de lagere gordelfacetten. Deze zijn vergelijkbaar met de facetten van de bovenste gordel. Maar ze zijn onder de gordel. Deze facetten richten het licht dat de diamant binnenkomt terug naar de kroon. Als aanvulling daarop zijn paviljoenfacetten. Ze grenzen aan het kollet: een facet aan de onderzijde van een diamant. Of de eerste, als je toevallig de diamant ondersteboven bekijkt. De paviljoenfacetten leiden het licht terug naar de kroon.
Wanneer u de anatomie van de diamanten bespreekt, moet u ook rekening houden met enkele metingen. Beginnend met de lengte en de breedte van de diamant. Beide worden vermeld in millimeters, maar het aantal facetten is niet het enige dat telt. Hun verhouding is ook belangrijk. De verhouding wordt berekend door de lengte te delen door de breedte. Een diamant met exact dezelfde lengte en breedte (=ofwel een perfect vierkant of ronde diamant) heeft een L/W-verhouding van 1. De gordelbreedte bepaalt de klasse van de diamant op een speciale schaal van ‘extreem dun’ tot ‘extreem wijd’. De kollet is een enkel punt of zelfs een klein facet.